maandag 15 juni 2020 / Amsterdamse Kunstraad / Foto Erik van 't Hof

Tijdschrift / CULTUUR

Liever bezuinigen dan een virtueel festival

Het zou de dertigste editie zijn dit jaar. De Parade zou voor het eerst neerstrijken in Eindhoven en daarna doorgaan naar Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Maar de festivalterreinen in deze steden blijven leeg, en de circa 2800 man die het rondreizend festival jaarlijks draaiend houden, zitten grotendeels zonder werk. Toch ontstaan hier en daar nieuwe initiatieven.

 

Tussen de dure sloepen, naast de glimmende hoge panden op het IJdock, ligt de oude krakkemikkige boot van acteur Tarik Moree (foto bovenaan). De ramen lekken, in de winter is het er koud, en doorgaans wordt binnen de ene sigaret na de andere opgestoken. Dit is het decor van de fictieve documentaire Wit Goud, die Moree samen met een aantal andere jonge makers binnenkort gaat maken. Moree, klein van stuk, met zware stem en kenmerkend hoogblond lang haar, staat in de kajuit van z’n boot – waar hij ook daadwerkelijk woont – en licht de film toe. ‘Het verhaal gaat deels over mezelf, maar deels ook niet. Door de komst van een pandemie valt mijn acteercarrière in duigen en verkoop ik – om rond te komen – schimmige medicijnen vanuit een rubberboot op de grachten.’

 

Het verhaal ligt niet ver van wat Moree in het echte leven beleeft. Met twee voorstellingen zou hij dit jaar op het rondreizend festival de Parade staan. ‘Samen met Toneelgroep Oostpool was ik geselecteerd om te komen spelen’, vertelt Moree. ‘Daarnaast zou ik zelf nog een muziekvoorstelling voor de Parade maken. En met een ander stuk, dat na het festival stond gepland, zou ik van maart 2020 tot maart 2021 vol zitten qua werk. Niets van dit alles gaat nog door.’

 

Call
Samen met andere bevriende filmmakers die, net als Moree, door de coronacrisis een stuk minder werk hebben, besloot Moree een plan in te sturen voor de Call i.h.k.v Corona van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) en Cinecrowd. Deze call is bedoeld voor Amsterdamse filmprofessionals die een film willen maken over deze crisistijd. Sinds hun verhaal als een van de drie geselecteerden uit de bus is gekomen, komt de crew, met onder meer regisseur Daniël de Vries en acteur Thomas van Luin, bijna dagelijks bijeen op de boot van Moree en wordt het verhaal daar uitgekristalliseerd. Het team moest zelf 5000 euro via crowdfunding bij elkaar halen, de andere 5000 euro kwam van het AFK. Dertig uur voor de deadline hadden de jonge makers 10.023 euro binnengehaald.

 

Als 250.000 mensen niet komen, heb je een probleem

 

Nu is Moree slechts één voorbeeld van wie dit jaar niet op de Parade te vinden is. Jaarlijks staan er zo’n 90 gezelschappen die de hele zomer in totaal zo’n 2700 voorstellingen verzorgen. Daarnaast werken er elke zomer zo’n 300 mensen in de horeca, 85 mensen in de techniek en 20 mensen op het kantoor van het festival. De Parade wordt niet gesubsidieerd, het rondtrekkend dorp houdt zichzelf in leven door wat er gedurende de zomer wordt verkocht aan terreintickets, theatertickets en in de horeca. Maar als die 250.000 mensen niet komen deze zomer, dan heb je een probleem.

 

Reservepot
‘Het niet organiseren van de Parade kost ons nu al vele tonnen’, vertelt Nicole van Vessum, directeur van de Parade. ‘Kort geleden waren we nog bezig met het voorbereiden van onze dertigste verjaardag, en nu moeten we kijken of we kunnen blijven bestaan. We kunnen niet veel doen, en dat voelt heel erg raar want als festival ben je normaliter heel hands on en kun je heel snel op alles inspelen omdat je zo mobiel bent.’ Natuurlijk heeft de Parade wel een reservepot, voor als het slecht weer is en de kaartverkoop hierdoor tegenzit. Maar als er helemaal geen geld binnenkomt, dan is het lastig de hele organisatie draaiende te houden en dus ook om naar een eventuele editie voor volgend jaar toe te werken.

 

‘Als ik iets doe, wil ik het live doen’

 

Een virtuele versie van de Parade ziet Van Vessum vooralsnog niet zitten. Van Vessum: ‘Dat organiseren kost namelijk ook geld, en de meeste voorstellingen die op de Parade staan, moeten nog worden gemaakt. Bovendien word ik inmiddels overspoeld met virtuele festivals en voorstellingen en daar heb ik niks mee. Als ik iets doe, wil ik het live doen. En als dat niet kan, ga ik liever bezuinigen om in leven te blijven.’

 

Liefde voor cultuur
Onlangs kreeg ze zelfs van de Koning een hart onder de riem gestoken. ‘Samen met de directeuren van MOJO, Wonderfeel, Oerol en Holland Festival werd er een online videocall georganiseerd waarbij koning Willem-Alexander sprak over de noodzaak van onze festivals voor het culturele landschap in Nederland. Hij kon natuurlijk geen toezeggingen doen, maar het was heel bijzonder. Hij probeerde ons ruggensteun te geven, je zag zijn liefde voor cultuur.’

 

Merchandise
Op de website van de Parade wordt dit jaar voor het eerst merchandise aangeboden, zoals festivalposters, speciale Parade-mondkapjes, kleurplaten en tickets voor de Parade 2021. En eind juni verschijnt het magazine 30 jaar Parade – dat was sowieso al in de maak. Zo probeert de organisatie toch nog ergens geld mee te verdienen. Ook wordt er in de parken waar de Parade dit jaar plaats zou vinden een plattegrond van het festivalterrein geschilderd.

 

Van Vessum: ‘Je ziet bijvoorbeeld de Zweefmolen 2D op het gras met daarbij een bord met de mededeling dat de Parade hier zou staan en de vraag te doneren. En de dagen dat we in de verschillende steden open zouden gaan, plannen we nu een flying festival. Met een tractor, een platte kar waar een voorstelling op speelt, een mobiele piano en een keukenwagen trekken we dan als rijdend minifestival door de straten. Hierdoor krijgen de bewoners van de steden toch nog een beetje Parade deze zomer en hopen wij donaties op te halen en tickets voor de Parade 2021 te verkopen.’

 

Kleine versie
Verder is Van Vessum met Paradiso in gesprek om te kijken of daar in augustus een speciale versie van de Parade plaats kan vinden. Met Het Nationale Theater en de Schouwburg in Utrecht worden er plannen gemaakt om gezamenlijk iets te organiseren tijdens de periode dat de Parade dit jaar in Den Haag en Utrecht zou staan. En met de Tolhuistuin wordt gekeken of van de al bestaande De Wereld van de Parade – een kleine versie van het festival voor maximaal zestig man – een driedaagse editie in de zomermaanden georganiseerd kan worden.

 

Mooie initiatieven
Hoewel Van Vessum er wel wakker van ligt dat door het wegvallen van de Parade zo’n 2000 zzp’ers en 495 man in tijdelijk dienstverband zonder werk zitten, ziet ze ook mooie initiatieven om zich heen ontstaan. Want naast Tarik Moree hebben de Asthon Brothers – die dit jaar sinds tijden weer terug zouden zijn op het festival – een coronaproof voorstelling gemaakt en komen de Parade-makers van de Theatertroep met een podcast.

 

Ongewone maatregelen
Bizarre tijden vragen wat Parade-directeur Van Vessum betreft om ongewone maatregelen: ‘We proberen altijd het beste jongetje van de klas te zijn en geen subsidie te vragen, maar nu gaan we toch kijken of we een financieel model kunnen maken waardoor het mogelijk is om dergelijke steun te krijgen.’

 

Naar de verschillende gemeenten waar de Parade dit jaar zou staan heeft Van Vessum brieven gestuurd, met de vraag of ze de organisatie niet kunnen ondersteunen. Van Vessum: ‘Want anders is er een grote kans dat we niet terug kunnen komen. En dat terwijl we een belangrijke rol hebben in de culturele keten van die steden. Tot nu toe hebben we van alle gemeenten alleen een ontvangstbevestiging gekregen met daarin de mededeling contact op te nemen met het hoofd Cultuur van de betreffende stad.’

 

Een antwoord op alle vragen
Stand-up filosoof Laura van Dolron, die ook op het festival te zien zou zijn, voerde half mei twee keer een lange online versie van haar Parade-voorstelling op in De Kleine Komedie. In de voorstelling Een antwoord op alle vragen geeft Van Dolron, samen met acteur Willem de Wolf en musici Wilko Sterke en Frank van Kasteren, een antwoord op vragen die het publiek – dat meekijkt via Zoom – kan insturen. Van Dolron: ‘Die vragen zijn de bron waar vanuit we van start gaan, en tijdens de voorstelling kan het publiek al chattend mee zoeken en denken naar antwoorden. We waren met een keer 130 man en een keer 150 man ‘uitverkocht’, en we zijn nu met andere partijen aan het kijken of we deze uitvoering vaker kunnen vertonen.’

 

Van Dolron heeft zelf geen financiële problemen omdat ze een eigen stichting heeft en in loondienst is, zodoende heeft ze een uitkering kunnen krijgen om deze coronaperiode te overbruggen. ‘Maar ik ga wel de boot in. Op Oerol zouden we het driedubbele verdienen, daar sta je normaliter twee keer voor 160 man per dag. Dat de Parade voor mij niet doorgaat is financieel gezien geen strop, maar ik voel wel de zwaarte van dat heel veel mensen de sjaak zijn, dat is heel triest.’

 

Dit artikel verscheen eerder in het online magazine van de Amsterdamse Kunstraad