woensdag 1 mei 2013 / The Optimist / Foto: Daan Vos

Tijdschrift / ACHTERGROND

'Hier voel ik me goed'

Soms voelt een huis niet fijn om in te wonen. Helende bouw gaat dit tegen, het bevordert het welbehagen en volgens sommigen zelfs de gezondheid van bewonders.

 

‘In ons vorige huis was ik niet gelukkig, ik voelde me er niet fijn.’ Toch woonde Marlies Uittenboogaard twee jaar lang met man en twee kinderen in hun woning in Heerewaarden. ‘Ondanks de prachtige omgeving was het huis niet geschikt, dat voelden we al na de eerste twee week dat we waren verhuisd.’

 

Het was de atmosfeer die de familie niet aanstond. Het vrijstaand huis, gelegen in een idyllische tuin langs de Maas in Gelderland, rook muf. Het was er vochtig en donker en de tegelvloer bracht een vervelende akoestiek met zich mee. ‘Achteraf gezien had ik daar veel minder energie vergeleken nu’, zegt Uittenboogaard, ‘het had duidelijk invloed op m’n gestel.’

 

Lang niet iedereen staat er bij stil welke invloed een huis heeft op je fysiek. Een groot en goed afgewerkt huis is wat de meeste mensen wensen, welke uitwerking het wonen er in heeft is meestal van latere zorg. Toch hoeft dat niet zo te zijn. Doormiddel van ‘helende architectuur’ kan de bouw van een huis de gezondheid van een mens bevorderen. De invloed van de omgeving, de ligging van het huis, het op de juiste plekken openheid of privacy bieden aan de bewoner, dergelijke aspecten hebben zowel gevolgen voor het gemoed als voor het gestel van de inwoner.

 

Uittenboogaard ondervond dit in een nieuw huis. Samen met haar man, Jos de Vries, woont ze sinds een paar jaar in hun droomhuis in Teteringen, een dorp in de gemeente Breda. Uittenboogaard en De Vries zijn allebei werkzaam in een ziekenhuis – zij als orthopedisch chirurg, hij als huisarts – en laten naar eigen zeggen aan het eind van de dag, als ze hun oprijlaan oprijden richting het huis, alle ellende van het werk achter zich. ‘Het is alsof je elke dag op vakantie bent in eigen huis’, zegt Uittenboogaard. ‘Hier voel ik me goed, ik heb hier mijn energie weer terug gekregen.’

 

Schildpad

 

Ze hebben het speciaal laten bouwen, helemaal naar eigen wens. Het huis, aan een bosrand en vlak bij de Teteringse Heide, heeft een gewelfd dak, ronde muren en aan de tuinkant veel glas. Vanaf de bosrand ligt hun onderkomen als een terp in het land. ‘We wilden graag dat het huis op een schildpad zou lijken’, vertelt Uittenboogaard. De familie had de beestjes al jaren als huisdier en vond het een geschikte vorm. Hoe de uitvoering moest worden, wisten ze niet precies; Uittenboogaard en De Vries zagen zichzelf niet als erg creatief onderbouwd. Architect Huub van Laarhoven, die ze al een tijdje kenden, ging met hun ideeën aan de slag.

 

Met een grove steen en keramische dakpannen werd het huis opgesteld. Binnenshuis maakte Van Laarhoven veel gebruik van hout, gestuukte muren en metalen details. In het centrum spaarde hij een hoefijzervormige ruimte uit en bekleedde de wanden met glas. Zo kijk je van binnenuit naar de hemel en valt er daglicht in de woonkamer en de daarboven gelegen hal naar de slaapkamers. Je hebt het gevoel dat je buiten bent en ’s nachts zie je de sterren, zegt Uittenboogaard. ‘We houden van de natuur, van het organische. Mijn man wil eigenlijk boswachter worden.’

 

Voor Van Laarhoven zijn het de natuurlijke elementen die het hem doen. Met het gebruik van duurzame materialen, natuurlijke vormen en al bouwend naar de behoeften van de bewoner weet hij zich een geheel eigen bouwstijl aan te meten.

 

Klassieke architectuur

 

De filosofie van helende architectuur is echter niet nieuw. Al eeuwen zijn mensen bezig met het helende effect van bouwen. Zo werden mens en natuur in de Egyptische- en in de klassieke Griekse- en Romaanse architectuur als uitgangspunt gebruikt om een harmonieuze omgeving te bouwen. Ook het Engelse Stonehenge, een van de meest beroemde megalithische monumenten ter wereld, zou door haar ligging, vorm en grootte een mythisch effect hebben op haar bezoekers en heeft daarom door de eeuwen dienst gedaan als centrum voor uiteenlopende ceremonies.

 

Zo’n honderd jaar geleden ontstond de organische architectuur, gebaseerd op het idee dat een gebouw moet passen in zijn omgeving. De harde rechthoekige lijnen van de modernistische architectuur werden vervangen voor meer organische vormen waarbij de inspiratie kwam uit de natuur. Door de uiteenlopende architecten van deze stroming – Antoni Gaudí (Sagrada Família, Barcelona), Frank Lloyd Wright (Guggenheim Museum, New York), Ton Alberts (Gasuniegebouw, Groningen) – wordt organische architectuur niet gezien als een samenhangende stijl.

 

De antroposofische leer van de Oostenrijkse filosoof en architect Rudolf Steiner wordt wel beschouwd als de sleutel van het organisch bouwen. In de antroposofie wordt uitgegaan van een geestelijke wereld waarin de mens beïnvloed door zijn omgeving centraal staat. De kleuren, vormen en geuren in een gebouw zijn volgens Steiner – die onder meer het Goetheanum in het Zwitserse Dornach ontwierp – van grote invloed op de mens en zijn functioneren in de maatschappij.

 

Denneboom

 

De link tussen genezing en bouwstijl werd in de jaren tachtig gelegd door de Amerikaanse onderzoeker Roger Ulrich, tegenwoordig professor architectuur aan universiteiten in Zweden en Denemarken. Als kind leed Ulrich aan een ernstige nierziekte en liggend in zijn bed keek hij door het raam altijd naar een forse dennenboom naast het huis. Het hielp hem destijds door zijn pijn heen te komen. Dit idee werkte hij later uit.

 

In een artikel dat in 1984 werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Science, omschreef hij hoe hij patiënten in een ziekenhuis analyseerde die herstelden na een operatie. De patiënten die vanuit hun bed door het raam uitkeken op bomen konden 18 uur eerder naar huis dan de patiënten die uitkeken op de muur van een naastgelegen gebouw. Zicht op natuur zou een therapeutische uitwerking hebben op de mens.

 

Voortbordurend op Ulrichs studies werd steeds meer duidelijk over hoe effectief simpele elementen konden worden gebruikt in de bouw. Zo weten we inmiddels dat een gebrek aan natuur - ook al is het alleen om naar te kijken - stress verhogend kan werken. Een teveel aan geluid, een hoge luchtvochtigheid en een tekort aan frisse lucht zijn eveneens van invloed hierop. Stress kan vervolgens het immuunsysteem verzwakken en hartproblemen, slapeloosheid en depressies veroorzaken. Ook daglicht is belangrijk voor het welbehagen van de bewoner. ‘En dan is zonlicht nog het beste’, zegt architect Bryan Lawson, emeritus hoogleraar aan de universiteit van het Engelse Sheffield. ‘Het heeft invloed op je dagelijks ritme, het vertelt het lichaam wanneer het moet rusten en ontwaken.’

 

Privacy

 

In Arts & Health omschrijft Lawson in 2010 de verschillende aspecten die bij helende architectuur van belang zijn. Naast het uitzicht en voldoende daglicht is het belangrijk dat een bewoner voldoende privacy heeft, de natuur in kan en zich gemakkelijk door de ruimte kan bewegen. ‘Persoonlijke ruimte is belangrijk voor ieder mens, je wordt ongelukkig als je het niet hebt. Als je ziek bent geldt dit nog veel sterker.’ De bevindingen waren in ziekenhuizen gemakkelijk te meten omdat je daar te maken hebt met een herhaling van dezelfde situaties met verschillende mensen. Volgens Lawson is de theorie echter op alle ruimtes van toepassing waar mensen een groot deel van hun leven doorbrengen. Het gaat immers over het bouwen van een fijne plek om in te verblijven.

 

Voor zijn ontwerpen denkt Lars Steffensen, architect bij het toonaangevende architectenbureau Henning Larsen in Kopenhagen, altijd vanuit de helende werking. Veel ziekenhuizen, zegt hij, zijn onpersoonlijk. ‘Die ene hoofdingang die veel ziekenhuizen hebben, kan voor patiënten beangstigend werken. Je komt binnen en moet dan het hele gebouw door om daar te komen waar je moet zijn. Het is één gigantisch huis.’

 

Voor het ziekenhuis in het Deense Herlev, waar Steffensen momenteel aan werkt, vermijdt hij dat. Door ronde gebouwen naast de al bestaande toren te plaatsen, ontstaan er meer besloten ruimten met verschillende ingangen. ‘Je loopt direct naar die afdeling waar je moet wezen.’ Dat zorgt volgens hem voor een veel prettiger sfeer die positief zal uitwerken op het welzijn van de bezoekers.

 

Analyse

 

Toch is helend bouwen geen simpele oefening in een handvol lessen over natuurlijk licht en bewegingsruimte. Uiteindelijk gaat het erom dat de behoefte van bewoners worden geanalyseerd en daartoe zijn de meeste architecten niet voldoende uitgerust, meent omgevingspsycholoog Wouter Tooren.

 

Als consultant levert hij informatie aan architecten, opdrachtgevers en projectontwikkelaars over de relatie tussen de omgeving en het gedrag van de gebruiker. Die relatie is veel complexer dan een simpele vragenlijst en vergt uitgebreide observatie, onderzoek, interviews en literatuuronderzoek. ‘Het dilemma is dat architecten die willen nadenken over hoe een ontwerp een gebruiker kan ondersteunen, vaak uitgaan van hun eigen intuïtie en persoonlijke ervaring of van wetenschappelijke conclusies die letterlijk worden overgenomen zonder te evalueren of deze conclusies wel goed zijn onderbouwd.’

 

Doordat de opleidingen bouwkunde nauwelijks aandacht besteden aan gebruikersonderzoek en doordat architecten meestal niet het budget hebben om dit door specialisten te laten doen, vreest Tooren dat het begrip ‘helend’ te snel op een project wordt geplakt, zonder dat dit terecht is. Als voorbeeld noemt hij een ziekenhuis dat hij voor zijn werk bezocht, waar voor het helend effect de muren in verschillende kleuren waren geschilderd. Dit voor een prettige beleving van de patiënt. Er was echter nagelaten te kijken naar welke kleuren op welke plek geschikt zijn. ‘Het is vrij teleurstellend om te zien dat de beperkte groep architecten die zich wél bezig houdt met wat de bewoner nodig heeft, niet de middelen of de ervaring heeft om deze groep ook goed in kaart te brengen.’

 

Van Laarhoven kijkt voor zijn werk naar eigen zeggen juist wel goed naar de behoeften van de mens. Het gaat er voor hem om dat iemand zich prettig voelt in huis, dat hij daar het gevoel heeft op vakantie te zijn, zoals Uittenboogaard dat ook aangaf. ‘Bouwen betekent meer dan het stapelen van stenen, het vergt bezieling en respect voor mens en omgeving. Dat de bewoner betrokken is bij de bouw is hierom belangrijk, het geeft een bepaalde energie. Net alsof je aan je eigen vogelnestje bouwt.’

 

Natuur

 

De natuur speelt daarbij voor Van Laarhoven een belangrijke rol. De druk die de moderne mens uitoefent op de natuur zorgt ervoor dat ze er verder vanaf komt te staan. Van Laarhoven wil dat evenwicht tussen mens en natuur terugbrengen. Voor Uittenboogaard en haar gezin was dit door de bosrijke locatie gemakkelijk, maar in een Vinexwijk zou het met het juiste gebruik van daglicht en organische vormen ook mogelijk moeten zijn.

 

De ronde vormen die zijn ontwerpen kenmerken, zijn wat Van Laarhoven betreft het meest natuurlijk en ook de eerste keuze van een klant. ‘Dan moet er wel vanuit het gevoel worden gekozen’, verduidelijkt hij. ‘Als ik twee maquettes heb, één van een rechthoekig gebouw en één van een ronde, dan kiezen mensen altijd voor die laatste.’ Dit komt, zo meent van Laarhoven, omdat de mens zich fijner voelt bij natuurlijke vormen dan bij door de mens gecreëerde rechthoekige vormen.

 

Zo ook Hans en Greet Stuijk. Na jarenlang boven en naast de stal van hun konijnenfokkerij in het Brabantse Alphen te hebben gewoond, lieten ze Van Laarhoven een huis voor hen bouwen. Het werd rond, met in het midden een binnenplaats en aan één zijde een overdekte poort. Aan de kant van de binnenplaats kregen de muren bijna overal glas. Greet, die toen al enkele jaren bij een psychiater liep vanwege aanhoudende depressiviteit, fleurde er helemaal op. ‘Het huis is licht en ruimtelijk, precies zoals we wilden’, zegt ze. ‘Het donkere huis met de geur van de konijnenstal altijd dichtbij was verleden tijd.’

 

Ook in dit huis steunt het dak op lichte houten balken. Voor de muur koos het gezin een terracottakleurige steen. Greet schilderde de keuken zacht geel en dat terwijl het helemaal niet haar kleur is. ‘Het maakt me vrolijk.’ Kort nadat de familie Stuijk het nieuwe onderkomen betrok, stopte Greet met de behandelingen tegen haar depressies. Het was niet meer nodig. ‘Elke dag sta ik opgewekt op.’

 

Sommige namen in het artikel zijn om privacyredenen gefingeerd.